Vijf weetjes over rosé
De zomer is bij uitstek het moment om te genieten van een koel glaasje rosé. Maar ook in de winter is rosé eigenlijk heel lekker! Wij verzamelden vijf weetjes over rosé die je misschien wel zullen verrassen.
- Rosé is geen mix van rode en witte wijn
Veel mensen denken nog steeds dat rosé ontstaat door rode en witte wijn door elkaar te mixen. Niets is echter minder waar! Rosé wordt gemaakt van blauwe druiven (met soms wel wat witte druiven erbij) waarbij de schillen al vroeg in het productieproces uit het sap (de most) worden gehaald. Daardoor blijft de kleur licht.
- De kleur van rosé zegt niets over de smaak
Rosé is er in alle tinten roze. Sommige zijn bijna oranje, andere zijn nauwelijks van wit te onderscheiden. Een veelgemaakte denkfout is dat donkere rosé zoet is en lichte rosé juist droog. De kleur van rosé zegt echter niets over de smaak. Het zegt alleen iets over hoe lang de schilletjes van de druiven in de most zijn gebleven.
- Rosé wordt over de hele wereld gemaakt
Anders dan bijvoorbeeld champagne is rosé geen streekgebonden wijn. Over de hele wereld wordt rosé gemaakt – maar let op: rosé uit Californië wordt meestal ‘White Zinfandel’ genoemd.
- Bij twijfel: kies Frans of Spaans
Hoewel rosé dus niet alleen in Frankrijk wordt gemaakt, zijn de meeste kenners het er toch wel over eens dat de beste rosé uit Frankrijk komt – en dan met name uit de Provence. Zoek je een lekkere rosé en ben je niet zo’n wijnkenner? Dan kun je met een fles uit deze regio eigenlijk nauwelijks de fout in gaan. Ook uit Spanje komen heerlijk lichte, droge roséwijnen. Elders op de wereld is rosé soms wat zoeter. Houd je daar niet van, kies dan zéker voor een Franse fles!
- Rosé smaakt koud het lekkerst
Je kunt rosé het beste serveren op een temperatuur van 6-9 graden Celsius. Zeker omdat deze wijn vooral in de zomer gedronken wordt en je glaasje wijn daardoor sneller opwarmt, door contact met warme lucht en zonlicht. Een ideale manier om wijn te bewaren is in een wijnklimaatkast in je keuken.
